Van misdienaar tot koorzanger
(door Thé Arts)
Inleiding
In deze bijdrage beschrijft Thé Arts, in een persoonlijk verhaal zijn betrokkenheid bij de parochie en het Sint Lambertuskoor. Eerst als misdienaar en later als koorzanger, over een periode van totaal 73 jaar. Susan van Lieshout maakt het verhaal compleet met haar bijdrage over het kinderkoor.
In dienst als misdienaar
In de rol van misdienaar zullen vele generaties Huisselingse jongens zich in Thé herkennen. De tweede rol hing meer af van het zangtalent, maar was wel veel langer vol te houden. Misdienaar dat werd je niet zo maar in die tijd, het was een uitverkoren positie. Er was aanbod genoeg in die tijd, maar na een korte test door de huishoudster van pastoor Franken, ‘juffrouw Cato’ werd ik goedgekeurd. Zij keek of ik geen vuile nagels had en zonder verder overleg mocht ik misdienaar worden. Eenmaal in dienst kwam ik er vlug achter wat ‘het misdienaar zijn’ inhield.
Je moest vele dagen in de week aanwezig zijn om ‘de mis’ te dienen. Door de week meestal een stille mis, maar ook wel één of twee keer een gezongen mis. Op zondagen drie missen; de eerste mis, de hoogmis en dan ook nog het lof. Het was in die tijd gewoonte dat moeders die een kindje gebaard hadden ‘de kerkgang’ kwamen doen. Die gingen dan in de rechterzijgang van de kerk zitten. Dan kwam de pastoor met een misdienaar naar de moeder toe, om dan een gebed in het Latijn uit te spreken ter reiniging van het lichaam. Voor ons was het heel gewoon, maar altijd is me bijgebleven dat de moeders zich altijd wat ongemakkelijk voelden.
Pompen én zingen tegelijk
Een van de andere taken van een misdienaar was het pompen van het orgel. Dat bestond uit het op druk houden van de blaasbalg (het orgel werkte op lucht). De kunst was om het orgel op de juiste druk te houden. Het is nu nog te zien hoe dat werkte, alleen is het nu elektrisch. Op doordeweekse dagen, bij een gewone zingende mis, was de organist meestal alleen. Dan zei Franz Huth, die organist was van 1942 tot 1964: “Hier Théke ge kunt goed tussen het pompen van het orgel meezingen, hier heb je een missaal en probeert mar zachtjes mee te zingen, mar denk er om, houd het orgel op druk, want anders geeft ie geen geluid”. Zo ben ik bij het koor mee gaan zingen en ben daar later ook mee doorgegaan.
Het koor bestond begin 50-er jaren uit: dirigent Heimerick de Bruijn, organist Franz Huth, zangers Bertus de Bruijn, Janus Arts, Wout van den Berg, Marinus van den Heuvel, Jan van den Oever, Jan de Bruijn, Piet de Kleijn, Jan van Lieshout Sr. De familie de Bruijn was zeer muzikaal en ze beheersten het Gregoriaans. Ze hadden zichzelf aangeleerd om op het orgel een requiemmis te spelen.
Pastoor Diels en meester Jansen
Behalve een nieuwe pastoor en een nieuwe dirigent veranderde er in die tijd niet veel, tot in 1946 pastoor Diels naar Huisseling kwam. Het was altijd al een probleem om jonge aanwas voor het koor te krijgen. Maar Diels had de gave om jonge mensen warm te krijgen voor het koor. Meester Jansen was toen dirigent én onderwijzer op de lagere school. Omdat hij in Huisseling woonde en muziekles gaf op de school, werd hij aangesproken door de pastoor en durfde mr. Jansen geen nee te zeggen. Omdat hij zelf ook veel van kerkmuziek hield en er wel een jongere generatie moest komen, begon hij jongeren aan
te trekken waarvan hij wist dat die wel konden zingen in het koor. Er kwamen niet alleen goede zangers uit voort, maar er ontstond ook een vriendenkring, iets wat in die tijd is ontstaan en tot nu toe in ons koor aanwezig. De geweldige Ceciliafeesten zijn hiervan een bewijs.
Ondertussen hadden de dames in Huisseling in 1951 het initiatief genomen om een dameskoor op te richten, in eerste instantie alleen voor gehuwde dames. Dirigent wordt rector Van Hoof uit Herpen, later opgevolgd door de heer Bodenstaff. De eerste huwelijksmis die de dames zongen was voor Wil van Dieten en Riek van Dijk.
Oprichting gemengd koor
Medio 1974 is het pastor Besselink die voorzichtig probeerde de koren bij elkaar te voegen, wat door ieder als een voordeel werd gezien. Pastoor Donders was op zoek naar een nieuwe dirigent voor het kinderkoor en bij toeval wekte hij de interesse op van Henk van Leeuwen. Onder zijn leiding kwam de fusie tussen het dames- en mannenkoor tot stand en kon er weer worden gewerkt aan kwaliteitsverbetering. Op ‘korendagen’ kwam het Huisselings gemengd koor met hoge beoordelingen tevoorschijn en hij schuwde ook niet om met ons te gaan optreden voor de televisie (AVRO). Er werden kerstconcerten gegeven en er kwam een kinderkoor en een blaasorkest. Het groeide bijna boven ons uit, maar gesteund door de leden en de voorzitters Salet en Jan van Munster, die met veel overgave en samen met de dirigent gezorgd hebben voor een goede saamhorigheid. Jammer dat we ons aller Jan van Munster in 2010 hebben moeten missen.
Het kinderkoor
(door Susan van Lieshout)
In 1980 waren Jan van Munster en Henk van Leeuwen de ‘kartrekkers’ voor de (her)oprichting van het Huisselings kinderkoor. In het begin deden ze dat nog samen, later was Jan en soms Tiny van Lieshout de dirigent. Mario Coenen was de vaste organist. In 1996 is het kinderkoor van Huisseling samengegaan met dat van Ravenstein, onder leiding van respectievelijk Monique Smits, Loes Janssens en Else Cremers. In 2000 vond er een naamsverandering plaats en ging het kinderkoor verder onder de naam Kinderkoor ‘De Vlinders’. Vanaf 2003 hebben de oud-leden Mieke van Veghel en Susan van Lieshout het stokje overgenomen. Mark Kuypers is vanaf 2005 de vaste organist. Het kinderkoor verzorgt nog steeds de muzikale omlijsting van de familievieringen in onze parochiekerken, heeft soms ook optredens elders en verzorgt doop- en huwelijksvieringen. Het kinderkoor telt op dit moment zo’n vijftien leden die wekelijks in de kerk van Huisseling bij elkaar komen voor de repetities. Het ledenaantal schommelt sterk, toch slaagt men erin om de leden enthousiast aan het zingen te krijgen. Gezelligheid staat hoog in het vaandel; de jaarlijkse uitstapjes vormen de hoogtepunten van ieder zangseizoen.
Persoonlijke herinnering van J.A.: “Ik kan me een uitstapje herinneren. We gingen met het kinderkoor naar speeltuin ‘De Leemkuil’, maar omdat het zo regende werd besloten naar het Afrikamuseum te gaan. Daarna hebben we op de Duivelsberg pannenkoeken gegeten. Dat vergeet ik nooit meer. De sfeer was zo goed onderling. Je kende iedereen! Begeleiders van het koor waren toen Josephine Callaars, Noor Vissers en Marietje van Lier. Jan van Munster was dirigent. Bijna elk Huisselings kind van de basisschoolleeftijd was lid van het kinderkoor of misdienaar. Was je dat niet dan werd je zelfs op school gevraagd waarom niet. Bedenk dat dit dus in de jaren ’80 van de 20e eeuw hier nog voorkwam!!!”