*
Grote industrie
Inleiding
Na de 2e wereldoorlog ontwikkelde zich op enkele plaatsen in Huisseling, maar met name op de Stationssingel aan de rand van het stadje Ravenstein en Deursen, nieuwe industrie. De tijd dat het stadje opgesloten was tussen de stadsgrachten was voorbij, naast woningbouw moest ook nieuwe industrie Ravenstein werkgelegenheid en economische groei geven. Een bijzonder ‘industrie’ vormt het Gascompressorstation van de Nederlandse Gasunie, gelegen aan de grens van Huisseling met Overlangel. De ‘versmelting’ van stad en dorp was hiermee een feit.
Frietfabriek Van de Rijdt
Piet van de Rijdt had aan de Grotestraat 25 een frietfabriek. Voorheen kweekte hij hier champignons. De frietfabriek was een begrip in de omgeving, de aardappelen gingen rauw in de machine en kwamen er als bevroren friet in een zak weer uit. Een megamachine hadden ze al in die tijd. Lambert en Jan van Maasacker brachten de friet rond. Helaas ging het bedrijf failliet. De bedrijfspanden zijn afgebroken, in de woning woont nu de familie Vissers.

Van Wijk & Boerma
Van Wijk & Boerma (Stationssingel voormalig 14-15) was een bedrijf dat hoofdzakelijk apparatuur vervaardigde op het gebied van waterzuivering. Dat varieerde van apparatuur voor huishoudelijk gebruik tot grote industriële installaties, zoals voor brouwerijen (Heineken), centrales (Flevocentrale, kerncentrale Borssele), zuivelfabrieken (Nutricia, Domo) etc. De klantenkring was wereldwijd. Het bedrijf beschikte over een eigen laboratorium voor het analyseren van watermonsters, een eigen ontwerpafdeling en een productiecapaciteit met gekwalificeerde vakmensen. Alles werd in eigen beheer uitgevoerd, tot en met de montage bij de klant en bedrijfsvaardige oplevering. In februari 1982 wordt Van Wijk en Boerma Ravenstein failliet verklaard en wordt de inboedel opgekocht door concurrent Rossmark in Almelo. 70 mensen verliezen hun baan.


Hogra vrachtwagenfabriek en BMW Nederland
De eigenaar van de Hogra vrachtwagenfabriek was Antonie van Hoek, die bij het bedrijf woonde. Hogra stond voor HOek en zijn vrouw GRAvelaar. De fabriek was gevestigd in de oude stoomzuivelfabriek Sint Isidorus. In de hoogtijdagen werkten er 60 mensen, waarvan de meesten met de trein naar Ravenstein kwamen. De trucks waren zeer goed afgewerkt, maar na ongeveer 700 stuks moest het bedrijf vanwege te grote concurrentie stoppen. Hoek werd toen Trabantimporteur. Alle Trabant personenauto’s die in Nederland werden verkocht kwamen eerst naar Ravenstein.


Nadat Van Hoek als Trabantimporteur stopte kwam in 1970 het distributiecentrum van BMW Nederland naar Ravenstein (Alimpo). Zij kochten het pand, sloopten het en bouwden er een nieuwe ruime showroom met een kleine assemblagefabriek. Ook het huis van de familie Van Hees werd aangekocht om in 1983 ruimte te maken voor een uitbreiding. Mr. Pieter van Vollenhoven kwam het nieuwe distributiecentrum toen openen. In 1990 maakt BMW bekend te willen stoppen in Ravenstein. BMW vertrekt naar Rotterdam en het pand wordt in 1992 gekocht door Pelikan. In 1994 ging het over naar het bedrijf Henkel/Raycap.
Een leuk detail is dat de nieuwe bewoners aan de Schaafdries een vergoeding kregen van de gemeente Ravenstein, om een beukenhaag langs hun erfafscheiding te plaatsen, i.p.v. een schutting. De reden hiervoor was dat alles er netjes uit zou zien als Van Vollenhoven in Ravenstein zou komen.

RAVO schoenfabrieken
De RAVO is al in 1852 in Ravenstein begonnen als Suermondt’s Leerlooierij en Schorsmalerij. Johannes Suermondt en zijn vrouw Petronella Donkers kopen dan de leerlooierij en schorsmalerij van de familie Gernes in het stadje. Zoon Ignaat bouwt op de Wal tegen de stadsgracht een leerlooierij. Hier staat nu het leerlooierijmuseum. De leerlooierij verhuisde al snel naar de Nieuwstraat, waar het uitgroeide tot een groot bedrijf met vele medewerkers.
De fabriek wordt in 1932 failliet verklaard, waarna het met geldelijke steun van de gemeente Ravenstein en de firma Hendriks uit Nijmegen een doorstart krijgt onder de naam ‘Ravo leder en schoenfabrieken N.V.’. Eind jaren ’50 zijn de verouderde panden en veranderende milieu-eisen reden voor een nieuwe verhuizing. Men bouwt aan de Stationssingel een nieuw pand. Het complex biedt van 1960 tot 1989 onderdak aan de schoenfabriek. Op 5 mei 1986 wordt ook de Ravo failliet verklaard. Concurrent J. Harder uit Elshout zorgt voor een doorstart, het bedrijf wordt samengevoegd met schoenfabriek Helioform in Drunen. Er waren toen nog zo’n 20 medewerkers over. In 1989 is de productie vanuit Drunen verplaatst naar Rzeszow in Polen.


Salet’s meubelfabriek
In 1949 startte Piet Salet, afkomstig uit Beneden-Leeuwen, een tweede meubelfabriek aan de Stationssingel. Vele inwoners uit Ravenstein en omstreken hebben hier de kost verdiend. Zoon Chris Salet nam het bedrijf later over van zijn vader. De fabriek werd gesloten omdat het niet meer verantwoord was om twee locaties te handhaven. De productie werd overgebracht naar Beneden-Leeuwen. Paul Klarenbeek nam de panden over om er een bedrijf in confectievervoer te starten. Dat bedrijf moest verhuizen vanwege uitbreidingsplannen en de bouw van multifunctioneel centrum De Ravengaarde. Men kon in de gemeente geen nieuwe locatie vinden en in 1997 verhuisde de firma Klarenbeek naar Nijmegen.

*
Gasunie N.V.
In april 1969 wordt gestart met de bouw en al op 25 juni 1969 wordt het hoogste punt bereikt van het nieuwe compressorstation van de Nederlandse Gasunie N.V. Het complex wordt op 9 april 1970 in gebruik genomen. De aanleg van het complex heeft 25 miljoen gulden gekost en wordt als ‘uiterst veilig’ bestempeld. Het complex wordt volledig op Huisselings grondgebied gebouwd. Tegenwoordig valt het perceel onder het postcodegebied van Neerloon.
Op zondag 6 februari 1972 om 04.10 uur waren er twee enorme knallen te horen, gevolgd door een derde. ‘De wereld vergaat’, werd er gedacht in Huisseling, Overlangel, Neerloon en omgeving. De hemel was zo verlicht door het vuur dat je een boek kon lezen zonder het licht aan te maken. Diverse ruiten sneuvelden door de enorme druk van de tweede knal. Boven de Gasunie hing een paddenstoel van vuur en rook en je hoorde het sissen van het ontsnappende gas. Inwoners van Overlangel werden geëvacueerd. Er is een enorm gat geslagen in een gasbuis, waardoor het gas vrij naar buiten kan stromen en een steekvlam van 70 meter veroorzaakt. De gastoevoer moet worden gestopt om de brand te stoppen. Dat valt door de enorme hitte niet mee. Beetje bij beetje wordt de gaskraan dichtgedraaid, want de hitte is ondraaglijk. Rond het middaguur kunnen de evacués weer huiswaarts.
De explosie blijkt later een aanslag te zijn door een Palestijnse terreurorganisatie. Er is een gat geknipt in de afrastering en ook in Vilsteren bij Ommen is een (mislukte) aanslag gepleegd. De commandant van de Rijkspolitie in Ravenstein, Joop van den Berg, heeft de avond ervoor nog oog in oog gestaan met de daders, maar er verder weinig aandacht aan geschonken. Hij ziet op zaterdagavond rond 22.00 uur de Franse auto in de berm van de Hamelspoelweg geparkeerd staan. Erin zaten drie personen, twee mannen en een vrouw.
In november 1972 worden in Parijs twee mensen, een Algerijn en een Française, gearresteerd voor de moord op een Syrische schrijver. Zij blijken ook verantwoordelijk te zijn voor de aanslagen op de Gasunie. Commandant Van den Berg herkent de daders. Later wordt in België nog een derde dader opgepakt. De toenmalige directeur van de Nederlandse Gasunie noemt het “de ergste sabotagedaad sinds de oorlog”. Sindsdien wordt het terrein voortdurend bewaakt door medewerkers en camera’s en staat er een metershoog hek om het terrein. Het bedrijf bouwt voortdurend aan uitbreidingen. In 2010 heeft men nog een nieuwe extra pijpleiding aangelegd.
Op de website van Andere Tijden is een artikel en aflevering gewijd aan de aanslagen van 1972: Andere Tijden
Ooggetuigen melden dat de knal echt enorm moet zijn geweest! Het geluid daarna wordt omschreven als ‘een grote vrachtwagen grind dat op een aluminium plaat wordt uitgestort’. De lucht was zo helder oranje gekleurd, dat je de krant kon lezen zonder het licht aan te hoeven doen. Mensen gingen spontaan op de knieën om te bidden. Sommigen dachten dat het oorlog was. Op de website van de heemkundekring zei Ravensteiner Willem Nijholt destijds (2007) het volgende: “Die enorme paddenstoel en de enorme drukgolf, de gloeiende aarde en het harde gesis van de ontsnappende penetrante gaslucht staan me nog helder voor ogen”. Hij zegt ook dat hij de volgende dag beroerd van de misselijkmakende gaslucht liggend op de bank heeft doorgebracht. De omgeving werd afgesloten en de geëvacueerde inwoners van Overlangel werden opgevangen in Vidi Reo.
Voor een gedetailleerde en gedegen onderzochte uiteenzetting over de gebeurtenissen op 6 februari, verwijs ik u graag door naar de volgende website, Terrorisme in Nederland
–

*






*
De aanleg van een extra gasbuis in 2010 zorgt voor mooie plaatjes.
*
Gemeentereiniging anno 1800
(door Joost Kocken)
De Magistraat (regering) van de stad Ravenstein laat op 5 mei 1800 het straatslijk (vuilnis) van de stad publiek aan de meestbiedende verpachten. De pacht gold voor één jaar, te beginnen op 1 mei 1800.
In de condities staat onder meer:
- De pacht moet betaald worden op 1 mei 1801;
- De pachter is verplicht elke week het straatslijk weg te voeren, desnoods tweemaal per week;
- De straten moet hij van alle mesthopen, as en vuiligheden door de inwoners bijeen geveegd, zuiveren. Hij moet deze zowel in de grote als in de binnenstraten, aan de Maas- en Landpoort weghalen. Bij verzuim zal de Magistraat dat op kosten van de pachter doen en het straatslijk tot profijt van de stad verkopen;
- Het steengruis e.d. dat niet als mest bruikbaar is, komt voor rekening van degene die het aangaat;
- Ter voorkoming van disputen zal de Magistraat ervoor zorgen dat niemand anders dan de verpachter bevoegd zal zijn ‘mist weg te vaaren’ (mest af te voeren);
- Bij het bieden moet één of meerdere keren worden gehoogd met 6 stuivers ’te wenden en te keren’.
De pacht was afgehangen op 30 gulden. Er waren twee bieders, Hermanus Geurt Elemans en Jan Dorus van Aar, beiden inwoners van Huisseling. De pacht verbleef bij Jan Dorus voor slechts 9 gulden en 4 stuivers. Zijn medebieder Hermanus Elemans stond borg. Ook in 1801 werd Jan Dorus van Aar de pachter voor 9 gulden en 16 stuivers. Het lijkt erop dat Hermanus en Jan Dorus vooraf afspraken met elkaar hadden gemaakt.
Hermanus was een zoon van Geurt Elemans en Bertje Cleijnen. Hij was getrouwd met Maria van Aar Hendriksdochter. Ze hadden geen kinderen, maar wel 29 morgen grond in Huisseling. Jan Dorus was een zoon van Antoon van Aar en Christina Bastiaens. Hij was sinds 1799 weduwnaar van Lamberdina Kocken Petersdochter, die zijn achternicht was. Jan Dorus hertrouwde in 1801 met Maria Elisabeth Kocken Woutersdochter.
Bronnen:
- Oud gerechtelijk archief Land van Ravenstein, publieke verpachtingen, inv.nr. 133 nr.7-1800 en nr.5-1801
- Oud archief Huisseling, rôle repartition du salaire pour la Garde Champêtre 1812 (omslag salaris veldwachter naar rato grondbezit)
- Dtb Huisseling