Het knekelhuisje
Naast de kerk staat een oud knekelhuisje. Het huisje is een bijzonder cultuurhistorisch gebouwtje dat oorspronkelijk werd gebouwd als beender- en baarhuisje. Hierin werden beenderen uit geruimde graven tijdelijk opgeslagen, ook werd er de draagbaar en het doodgravergereedschap er in opgeborgen. Plannen om het af te breken werden in 1984 verhinderd door de heemkundekring. In plaats daarvan werd het gerestaureerd en tot rijksmonument verklaard. Het knekelhuisje is, waarschijnlijk (met toestemming van Mgr. Godschalk), in 1878 gebouwd. In dat jaar kreeg Huisseling namelijk een nieuwe pastorie. De materialen van de oude pastorie zijn gebruikt voor de bouw van een schuurtje, een nieuw lijkenhuisje en een ringmuur om het kerkhof.
In 1874 wordt het tuinhuisje bij de pastorie aangewezen als lijkenhuisje (voorganger van het knekelhuisje). De kerk werd hiertoe verplicht door de wereldlijke overheid. Over de gebruiken bij begrafenissen geven aantekeningen van pastoor Vinken (1895-1905) enig inzicht: ‘Uitvaart geschied om 8½ uur: 10 minuten te voren komen ze met het lijk aan de poort, bij vuil weder aan de kerkdeur… de dooden worden (meestal) begraven door de leden der S. Lambertusgilde aan welke ook het baarkleed behoort’. Het kerkhof lag toen nog rond de kerk, in 1920 werd het verplaatst naar de huidige locatie.

Aan het knekelhuisje is goed te zien dat het van ouder materiaal is opgetrokken. Aan de westzijde is een opengewerkt kruis in de gevel opgenomen en aan de oostzijde zit de brede toegangsdeur. De deur en de dorpel zijn van een ouder gebouw afkomstig (de oude pastorie?).


Ook het natuurstenen front aan de noordzijde is van een eerdere datum (1700). Het beeldhouwwerkje stelt een naakt engeltje voor, dat over een doodshoofd ligt. Het engeltje symboliseert de vluchtigheid van het aardse leven. De beschildering laat een ommuurde stad zien, dat waarschijnlijk Jeruzalem moet voorstellen. Tegen het gebouwtje staat een neogotische graftombe met een steen ter nagedachtenis aan pastoor Anton Verkuijlen (1791-1869). Hij verbouwde de kerk in 1853. De graftombe stond vroeger in de calvariegroep tegen de toren van de oude kerk.


In 1984 werden plannen ontwikkeld om op deze plek een parochiezaaltje te bouwen. Daarvoor zou het knekelhuisje moeten worden afgebroken, maar leden van de Heemkundekring Maasland staken daar een stokje voor. Na wat onderhandelingen werden de plannen gewijzigd en kon het gebouwtje blijven bestaan. Het werd gerestaureerd, de golfplaten werden door leien vervangen, de muren opnieuw gevoegd en het graf werd opnieuw gesteld. De belangrijkste aanpassing was het verwijderen van het koetshuisje aan de zuidzijde. Tegelijk werd geadviseerd het gebouwtje op de monumentenlijst te plaatsen. In 1985, na de oplevering van het parochiezaaltje, was de muurschildering nog duidelijk zichtbaar en niet aangetast door weer en wind.

Begraafplaats voor drenkelingen
Ten onrechte wordt wel eens gedacht dat het knekelhuisje ook gebruikt zou zijn als pesthuisje. Huisseling bezat ook nog een aparte begraafplaats voor drenkelingen, misdadigers, onbekenden, landlopers en niet-katholieken. De begraafplaats lag toen zo ver mogelijk van de dorpskern verwijderd en lag op de hoek van de Graafsestraat en het Varkensstraatje (tegenwoordig de Ganzenweg, vlakbij de huidige hoofdingang van de Gasunie). Hier stond een klein huisje waar de aangespoelde lijken uit de Maas enkele dagen opgebaard werden, tot zich een aanverwant meldde om te helpen identificeren. Volgens de overlevering spookte het daar en hing er altijd een mysterieuze lichtgloed over de graven. Mensen uit Overlangel liepen liever een stukje om.
In 1871 geven Gedeputeerde Staten “in ernstige overweging” een algemene begraafplaats aan te leggen i.v.m. de verplichting sinds 1869. De gemeente Huisseling wil tijdelijke ontheffing vragen. Zij antwoorden Gedeputeerde Staten dat de algemene begraafplaats zal worden aangelegd op een perceel genaamd ’t Heuveleind sectie B… ca. 140 centiaren groot en per 1 januari 1874 in gebruik zal worden genomen. Het terrein ligt meer dan 50 meter van bebouwde woningen. Uiteindelijk wordt deze tóch aangelegd op een perceel aan het Varkensstraatje op de hoek met de Graafsestraat. Deze is 60m2 groot.
In 1923 wordt het lijkenhuis op de algemene begraafplaats aan de Graafschestraat verkocht en afgebroken. De algemene begraafplaatsen van Langel en Huisseling worden gesloten. Die van Deursen blijft bestaan. De gemeente Huisseling-Neerloon wordt namelijk door Ravenstein geannexeerd en die heeft er al één.