Straten

Wegen en straten

Stadsuitbreidingen op Huisselings grondgebied

Edithbrug en station

Rijksweg 75

Afscheid nemen van Jeanne

AC en VV

Belangengroep A50

IJzel

Dorpenweg

Aanleg riolering

Zandwinning Nee!

Het Ground Zero van Huisseling

Straatnamen van Huisseling

Wegen en straten (In bewerking)
Inleiding
Vanwege de ligging tegen Ravenstein, profiteerde het dorp in het verleden van de verbindingen van en naar het stadje. Er waren wegen naar alle omliggende dorpen. Niet dat die altijd perfect waren. Tot het begin van de 19e eeuw waren de wegen onverhard en vanwege de kleigrond vaak in slechte staat. Vooral in natte winters en de invloed van de Beerse Maas, waren de verbindingen met de rest van Brabant moeilijk en alleen via de Maasdijken mogelijk. In oude tijden hebben er ook wegen door de polder gelopen, zoals in het gebied onder Herpen en Huisseling, dat vroeger (al in 1399) ‘den Bruel’ heette, wat natte weiden ofwel broekland betekent. Hier liep de Bruilsteeg/Broeksteeg naar Berghem, maar die verloor zijn functie na de aanleg van nieuwe grindwegen richting Grave en Herpen. Ook is op kaarten nog een verbinding te zien via de Burgemeester van de Wielstraat, rechtstreeks naar klooster Soeterbeeck in Deursen! In Straten gaan we hier verder op in.

In 1881 werden alle gemeenten van rijkswege verplicht een ‘legger’ op te stellen. Hierop stonden alle grind- en kleiwegen, de voetpaden en de waterlopen van enig belang vermeld. Het wegenplan van het dorp is sinds die tijd weinig veranderd, al zijn er natuurlijk de nodige uitbreidingen geweest.

I Grintweg genaamd Doolhof
II Groote weg van Ravenstein naar Herpen
III Grintweg genaamd de Graafsche straat
IV Kleiweg genaamd Middingstraatje
V Kleiweg genaamd Daalderstraatje
VI Kleiweg genaamd Hoekstraatje
VII Kleiweg genaamd Korte Lang del
VIII Kleiweg genaamd Lange Lang Del
IX Kleiweg genaamd Meerstraat
X Kleiweg genaamd Erfschestraat
XI Weg genaamd Kerkstraat
XII Kleiweg genaamd Schoolstraat
XIII Kleiweg genaamd Hongerveldsstraatje
XIV Kleiweg genaamd Woordsche weg
XV Kleiweg genaamd Dwarsstraatje
XVI Kleiweg genaamd Seelenhofstraatje
XVII Kleiweg genaamd het Weegstraatje
XVIII Kleiweg genaamd de Heuveleindschestraat
XIX Kleiweg genaamd de Dorte straat (voormalig D’n Oortsteeg)
XX Grintweg Contre Escarpe of Bovenste Kleine Doolhof
XXI Kleiweg genaamd het Loonsche straatje
XXII Kleiweg genaamd Ronde kamp
XXIII Kleiweg genaamd de Maasdijk
1 Voetpad genaamd het Kerkstraat voetpad
2 Voetpad genaamd de Hondshoek
3 Voetpad genaamd het Heuveleindsche voetpad
4 Voetpad genaamd het Streepen voetpad
5 Voetpad genaamd het Hamstraat voetpad
6 Voetpad genaamd het Kerkpad
7 Voetpad zonder naam van H. Elemans naar Rijs
8 Voetpad genaamd het Hongervelds voetpad
9 Voetpad genaamd langs het Hongervelds straatje
10 Voetpad genaamd het Seelen voetpad
11 Voetpad genaamd den Gansenheuvel
12 Voetpad zonder naam tussen de Grooten weg en het Daalderstraatje
13 Voetpad genaamd de Korte Lang Del

De (brug-)verbindingen tussen Huisseling en Herpen
Op historische kaarten is tussen Herpen, Huisseling en Neerloon een doorwaadbare plaats (voorde of wooij) door de Hertogswetering te zien. Het betreft een (zeer oude) wegverbinding tussen Herpen en Neerloon, die nog goed te herkennen is in de weg- en kavelstructuren van 18e en 19e eeuwse kaarten. Niet uitgesloten mag worden dat deze weg oorspronkelijk de oude Romeinse verbinding heeft gevormd tussen ’s-Hertogenbosch en Nijmegen, waarbij de weg in Neerloon aansluit op de doorwaadbare plaats (Staaij) door de Maas naar Niftrik. Deze Staaij vormde in de Romeinse tijd één van slechts vier doorwaadbare plaatsen in de Maas in Noord-Brabant.
De weg raakt Huisseling op zogenaamde ‘drielandenpunt’ op de plek van de boerderij van Zonnenberg (nabij de huidige ingang van de Gasunie). Op verschillende oude kaarten (1719) uit het dossier Groenendijk, is de ontwikkeling van de diverse brugverbindingen tussen Herpen en Huisseling te zien. Rond 1825 is er nog sprake van twee bruggen, die beide via de Dortestraat van Herpen naar het Heuveleind gaan. Eén via de Haverlandsche Vonder (Vondel) en één via de ‘Kleine of Herpensche brug’. Later wordt met de aanleg van de Hooge weg (Hamstraat) de rechtstreekse verbinding naar Ravenstein via Huisseling en de Herpensche brug belangrijker. Op de kaart komt meer zuidelijk ook nog een ‘Groote brug’ voor die eertijds als de belangrijkste rechtstreekse verbinding met Ravenstein moet hebben gegolden via de Varkenssteeg, Meersteeg en Grotestraat naar Ravenstein. Deze brug zelf is al begin 19e eeuw verdwenen.
Het gemeenschappelijke onderhoud zoals dat voor de landswegen gold was ook van toepassing op de bruggen over de Groote Wetering (Hertogswetering). In verband met ‘diergelijke outheden van het Land van Ravensteijn’ moest Huisseling met de overige maasdorpen voor de ene helft en Herpen en Schaijk voor de andere helft ook de ‘Herpse brug’ en de ‘Haverlandsche vonder’ onderhouden, alhoewel deze geheel op het grondgebied van Herpen waren gelegen.

Kaart met de wegen en waterlopen tussen Huisseling en Herpen begin 18e eeuw (1719). De bovenkant van de kaart is gericht op het zuiden. (1) de doorwaadbare plaats door de Hamelspoel/Hertogswetering ter plaatse van de vermoedelijk oude Romeinse weg. (2) de voormalige grote brug en de weg via de Varkenssteeg/ Meersteeg naar Ravenstein. (3) de Kleine of Herpensche brug richting Dortestraat en Heuveleind en bij (4) de Haverlandsche Vonder in de richting van Heuveleind.

In mei 1947 wordt door burgemeester Hoefnagel van de gemeente Ravenstein de nieuwe brug over de Hertogswetering geopend. Op de foto burgemeester Hoefnagel en zijn zoontje Teun, verder alleen Herpenaren. Voor Huisseling was deze brug echter net zo belangrijk als voor Herpen.

Het veerhuis aan de Beerse Maas
Vanaf 1880 woonde er op het adres Herpentstraat B 56 een zekere Petrus van Heesch met zijn vrouw Maria. Hij was arbeider, maar wordt vanaf 1890 ook vermeld als herbergier. Ook bedient hij ‘het veer’ over de Beerse Maas. Als motivatie voor een drankvergunning wordt genoemd dat ‘de woning van verzoeker is gelegen aan de kade langs de traverse der Beersche Maas en de overvaart over die rivier tussen Huisseling en Herpen des winters plaats heeft uitsluitend van die woning naar de tegenoverliggende kade, waarom zij dan ook van ouds bezocht wordt als wachtplaats of veerhuis voor die het water willen oversteken’.

De aanleg van twee nieuwe grindwegen
Begin 19e eeuw wordt onder het bestuur van koning Willem I hard gewerkt aan de verbetering van de infrastructuur van Nederland. Nieuwe wegen, kanalen en later spoorlijnen worden aangelegd. Ook binnen de gemeentegrens van ons dorp komen twee nieuwe wegen, de Graafsestraat en de Hoogeweg (Grotestraat/Hamstraat).

De Graafsestraat
De Graafsestraat bestaat al vóór 1823. Hoewel geheel op grondgebied van Huisseling en Neerloon gelegen, wordt het onderhoud – vanwege gedeeld belang – in gedeelten uitgevoerd door de vijf Maasdorpen Demen, Langel, Deursen, Dennenburg en Huisseling. Ook het bermgras wordt ieder voor hun deel genoten. De Graafsestraat was als ‘landsweg’ of grote weg van belang voor de stad en de daar beneden liggende dorpen. In de winter was dit de enige weg om de dorpen met ‘den heijkant’ verbinding te laten houden. Omdat de straat regelmatig ‘te grond wordt gevaren’ (kapot wordt gereden) moet deze regelmatig met zwaar grind weer bruikbaar worden gemaakt.

Hooge Weg en Brugdijk
Tussen 1832 en 1838 wordt ook de Hooge Weg aangelegd, een rechtstreekse verbinding via Huisseling naar Herpen (via de huidige Grotestraat/ Hamstraat) die de oude verbinding via de Meerstraat en de Varkenssteeg naar Herpen vervangt. De weg zorgt gelijktijdig voor een ‘droge’ verbinding tussen de twee ‘helften’ van het dorp Huisseling. Tot die tijd moest men óf via de Lange Del (die in de winter niet passeerbaar was) óf over de Brugdijk. Waarschijnlijk zijn voor de aanleg en ophoging van de Hooge Weg de werdjes en poelen gegraven die nu nog op diverse plaatsen langs de weg liggen. Honderd jaar later (1935) wordt door de gemeenteraad van Ravenstein een plan aanvaard waarbij de weg de status van ‘provinciale steenweg’ krijgt. In de praktijk wordt het één van de eerste teerwegen. Omdat ’t Heuveleind vroeger ook tot de parochie Huisseling behoorde en de kerk destijds op de Schaafdries stond, moesten de bewoners voordien voor hun kerkelijke plichten via de brugdijk naar de andere kant van het dorp. Na de bouw van de nieuwe kerk in 1626 gold dat natuurlijk andersom. Hiervoor lag in het moerasgebied ‘de Ramen’ de Brugdijk, die al in 1447 wordt vermeld als ‘den brugdyc’. De naam brugdyc kan worden verklaard door het grote aantal bruggetjes (vonders) die in het dijkje liggen. Later komt men ook de naam bruijckdyk tegen, wat ook broekdijk zou kunnen betekenen. In het archief van de Drost bevindt zich een document uit 1550, waarin men kan lezen dat de Drost de vonders heeft laten vernieuwen; ‘den gehelen Brugdijck sal men wederom mett alle vonderen ende leenen (=leuningen) vernijen, soo dat elck daer over comen can’.

Kerkepaden
Kerkepaden, ook wel dodenpaden genoemd, vertellen een eeuwenoude geschiedenis van het dorp. Ze vormden de kortste verbindingen binnen het dorp. Vanaf de afgelegen boerderijen liepen ze langs de perceelsranden in de richting van de kerk, de school of de begraafplaats. Regelmatig lagen ze naast de klei- of grindweg, als een soort van modern voetpad. In 1881 kende Huisseling nog twaalf officieel vastgestelde kerkepaden, op dit moment is alleen het pad tussen de Grotestraat en de Lange Del nog over.

Beroemd was ook het Streepenvoetpad, beter bekend als Streepenstraatje, tussen de kerk en de Ringelenburg, omdat het jaarlijks werd gebruikt voor de Eligiusprocessie. Ook liepen er paden tussen de Schoolstraat en de Hongerveldstraat, van de Grotestraat achter de pastorietuin naar de kerk en van de Hongerveldstraat naar het station.

Opkomst van het gemotoriseerd verkeer in Huisseling
Het verkeer in Huisseling bestond tot omstreeks 1930 uitsluitend uit lange en korte boerenkarren, voerlui en handelaren. Dit waren de beroepsvervoerders die naar de loswal in Ravenstein reden en dan van alles (zand, grind, granen, steenkool, kunstmest) vervoerden naar Herpen, Schaijk of Berghem. Aanvankelijk had niemand in Huisseling een auto. Zelfs dokter Sluijters senior bezocht de zieken aanvankelijk met zijn fiets of rijtuigje. De eerste auto in Huisseling arriveerde in 1930 bij pastoor Franken, die zich als rijke zoon van een textielfabrikant uit Tilburg een auto kon veroorloven. Naast zijn imposante pastorie liet hij een garage bouwen, de koster was zijn chauffeur. Als die ging rijden droeg hij zijn chauffeurspet als statussymbool. De tweede personenauto zal van de dokter zijn geweest.
Ook verschenen er in die tijd in het stadje Ravenstein een aantal taxibedrijven: Jan Beerens die voorheen per koets van en naar het station reed en Janus Tax uit de Landpoortstraat. De twee laatste taxi’s waren prachtige ‘vehikels’ met grote koperen zijlantaarns, een open cabine met halve deurtjes, de cabine gescheiden door een glaswand van de passagiersruimte. Door een klein rond klepraampje kon men contact maken met de in de winter kleumende chauffeur. Jan Beerens was ook het eerste dodelijke slachtoffer van een auto-ongeluk in Ravenstein. Zijn zoon Toon bestuurde de taxi.

Tolheffing
Op 15 februari 1841 bepaalde Zijne Majesteit om in de gemeenten Ravenstein, Huisseling en Neerloon en Herpen drie tollen te vestigen. Het betrof een gemeenschappelijke regeling voor deze gemeenten ten behoeve van het onderhoud van de doorgaande grind- en klinkerwegen. In Huisseling werd op twee plaatsen tol geheven. De tolgaring werd aanbesteed, meestal aan één van de plaatselijke herbergen. Zo heeft de tolboom op de weg van Ravenstein naar Herpen gestaan op de Contre Escarpe, op de hoek van het Midding-straatje/Grotestraat en Daalderstraatje/Grotestraat.
De tolboom op de weg van Ravenstein naar Grave was aan de Graafsestraat ter hoogte van de huidige Gasunie, waar voorheen de boerderij van Zonnenberg stond. In Herpen werd tol geheven ten zuiden van de brug over de Hertogswetering. De tol werd geïnd door een tolgaarder. Dat was de herbergier, die in het tolhuis tevens een tapperij had. Vanaf 1863 was de regeling dat tol geheven werd met een wederzijdse concurrentie van 1405 meter. De tarieven golden voor paarden, ossen en ezels al of niet aangespannen aan een kar en dergelijke, voor vee en voor honden aangespannen aan een karretje of kruiwagen.
Het hoogste tarief was vier cent voor paard, os of ezel met kar en dergelijke en één cent voor een stuk kleinvee en voor een hondenkar. Inwoners van de drie gemeenten waren vrijgesteld van tol als zij op weg waren: ‘naar hun land met mest, vee of zaden die dienden voor bebouwing of vanaf hun land om veldvruchten af te voeren; van of naar de molen met maximaal vijf hectoliter graan voor eigen gebruik; naar of van de weide, hoefsmid, hengst of springstier’. Ook vrijgesteld waren paarden en voertuigen van militairen en overheden en vervoer van materialen voor onderhoud van wegen, dammen, dijken en andere gemeentewerken. De opbrengst was circa 800 gulden per jaar.

In 1870 vragen Gedeputeerde Staten het gemeentebestuur van Huisseling een instructie vast te stellen voor de pachters of gaarders der tollen op de kunstweg van Ravenstein via Huisseling naar Herpen. Het schrijven wordt ter inzage gegeven aan de secretaris der ‘geassocieerde gemeenten van de grind- en klinkerwegen’ die de belangen van de kleine gemeentes bij de provincie behartigde. In 1874 praat de gemeenteraad al weer over afkoop van de tolheffing op gemeentewegen. Bij afschaffing van de tolheffing zal de gemeente van de provincie een tegemoetkoming ontvangen. De gemeenteraad gaat op dat moment ‘na rijpe discussie’ niet akkoord met de voorwaarden van de provincie.
Op 1 januari 1878 is de tolheffing door de provincie afgeschaft met een afkoopregeling van 627 gulden per jaar. Tot ver in de 20e eeuw blijft de weg, met name het onderhoud ervan, een discussiepunt. In 1923 constateert de provincie dat de keibestrating van de weg van Herpen naar Huisseling in de traverse van de Beersche Maas veel te wensen overlaat en verzoekt dringend de nodige voorzieningen te treffen. Pas in 1935 ligt er een plan voor herstel dat door beide gemeenten ieder voor de helft wordt betaald.

Via Kleine Doolhof en Maasdijk naar Neerloon
Eind 19e eeuw werd de grindweg naar Deursen als Doolhof aangeduid. In de andere richting naar de Maasdijk toe noemde men het Contre Escarpe of Kleine Doolhof. Hier bleef de naam Doolhof tot op heden bewaard. De Maasdijk was naast waterkering, ook een belangrijke verbindingsweg tussen Huisseling en Neerloon. Aan de dijk stond een viertal huizen en boerderijen die tot Huisseling behoorden, ook al in de tijd van voor de samenvoeging met Neerloon. Dat de Maasdijk als grindweg staat aangeduid geeft aan dat het een belangrijke verbinding was, ook in de richting Overlangel, Reek en Grave. De Graafsestraat heeft deze functie later overgenomen.

De veerpont naar Niftrik
Ravenstein was al vroeg belangrijk voor de scheepvaart en de verbinding met Gelderland. In 1644 is er al sprake van een veer naar Niftrik, dat toen in leen werd gegeven aan Mathias Romer. Dit werd in 1653 schriftelijk bekrachtigd. Het veer bestond lange tijd uit een zogenaamde gierpont (zonder motor), die aan een kabel door de stroom van de rivier werd voortbewogen. Het veer lag destijds dichter bij het stadje dan nu het geval is. Op oude kaarten is aan de Niftrikse zijde van de Maas naast de huidige Veerweg ook nog een oudere Veerstraat te zien. De rivier was bestaansbron, maar ook een barrière. In de zomer vrijwel onbevaarbaar en ’s winters een brede kolkende watermassa. Bij gevaar van een dijkdoorbraak was het veerhuis de commandopost van waaruit de dijkbewaking werd georganiseerd en gecoördineerd. Op 14 oktober 1939 nam burgemeester Jan Hoefnagel van Ravenstein officieel de nieuwe veerpont in gebruik. De veerpont werd genoemd naar zijn vrouw Jeanne. In 1975 is het veer opgeheven omdat de nieuwe snelweg A50 bij Oss richting Nijmegen werd opengesteld. Vanaf 2011 exploiteert de stichting Uit®waarde opnieuw een toeristisch pontje met de naam ‘Vice Versa’. Het pontje wordt geheel bemand door vrijwilligers.

naar boven

Stadsuitbreidingen op Huisselings grondgebied
Inleiding
Bij gebrek aan bouwgrond binnen de grachten van Ravenstein, werden begin jaren dertig op Huisselings grondgebied de eerste drie nieuwe burgerwoningen gebouwd. Hiervoor werd in 1932 eerst de avondverlichting uitgebreid met twee lampen op het Contre Escarpe. In 1933 wordt door de gemeente besloten niet deel te nemen aan de streekdrinkwaterleiding. Hoewel dit uit sociaalhygiënisch en economisch oogpunt gerechtvaardigd kan worden, schrikt men terug voor de hoge kosten die hieraan verbonden zijn. Het drinkwater wordt dan nog steeds betrokken uit de grond middels pompen en putten. Ook voor de aanleg van een zwembad in de Maas had men geen geld.

De nieuwe wijken
Vlak na de oorlog had Ravenstein nog meer ruimte nodig. De huisjes aan de Doolhof en de Prinses Irenestraat vormden in 1949 de eerste grote uitbreiding van Ravenstein op Huisselings grondgebied. De nieuwe bewoners van de Doolhof willen onder geen beding bij de parochie Huisseling horen (zie ook het hoofdstuk Kerkgeschiedenis en de Sint-Lambertusparochie). Het nieuwe Plan Midding volgt in 1951, het gebrek aan goede woningen was in die tijd groot. Er komt een ruime variatie aan huurwoningen en koopwoningen. Het wordt gebouwd op de akkergrond/boomgaard van onder andere de families Van Claarenbeek, Rijken, Van de Rijdt en Kuijpers. De Paltzstraat is één van de eerste straten en wordt bewoond door diverse mensen uit Ravenstein en Huisseling die verlegen zaten om woonruimte. Op 10 april 1961 werd door het Rijk goedkeuring gegeven voor het bouwen van een nieuw schoolgebouw voor het voortgezet onderwijs (ULO) in Ravenstein. De school was een ontwerp van architect Jan Elemans (Pzn) en werd gebouwd door aannemer De Veer uit Geffen. In september 1962 werd het gebouw aan de Middingstraat 1 in gebruik genomen. Onderdeel van de nieuwe wijk vormt de bouw van een winkelcentrum aan het Keurvorstenplein.
Aanvankelijk zouden het meerdere kleine winkels bij elkaar worden, maar Jo van Tilburg kocht ze allemaal. In Ravenstein werd hij voor gek verklaard dat hij zijn pand aan de Marktstraat verruilde voor dit grote nieuwe pand. Hij had een vooruitziende blik. Rechts op bijgaande foto wordt de winkel in elektronische apparaten en witgoed van Leo van Schaijik uit Haren opgeleverd. Van Schaijik verhuisde in 1971 naar Cuijk en maakte plaats voor een Spar supermarkt van Cor de Vocht. De winkelvloer had toen een oppervlakte van slechts 200 m2.

Plan Schonenberg en Veerkamp
De eerste huizen van Plan Schonenberg werden gebouwd op de grond van de familie Schonenberg. Zij moesten vanwege ruilverkaveling hun boerderij verplaatsen naar de Nieuwe Erfsestraat, waarna er bouwruimte vrijkwam. Eén van de eerste straten in Plan Schonenberg was de Mgr. Borretlaan. De eerste huizen verschenen pal achter de fabriek van de Ravo. Hierna werden in de Burgemeester van Claarenbeekstraat vooral sociale huurwoningen gebouwd om de woningnood op te kunnen vangen. In de jaren zeventig werd er ook gestart met de bouw van woonwijk ‘De Veerkamp’ op de Loonse Woord. De wijk is genoemd naar veldnaam ‘de Veerkamp’, die op zijn beurt weer is genoemd naar het net over de dijk gelegen veer in de Maas. In 1975 werd ook de Veersingel geopend.

De Weem
De meest recente uitbreiding strekt zich steeds verder uit richting Huisseling. Er komen verbindingen met oude straten als de Hongerveldstraat en de Burgemeester van de Wielstraat. Er komt een nieuwe sporthal waar rondom heen de eerste huizen worden gebouwd. Wanneer Weem 1 klaar is wordt gestart met deel 2, waarin onder andere nieuwbouw voor het Herpense kindertehuis De Lunenburg wordt gerealiseerd. Tot slot volgt deel 3, dat gebouwd wordt tussen de Hongerveldstraat en de Baxenbosstraat (voorheen Weegkamp).

Sporthal Den Hoge Graaf
Tot 1980 kon er voor sport alleen maar gebruik gemaakt worden van de gymzalen in de Jozefschool in Ravenstein en ’t Slotje in Herpen. Deze boden onvoldoende capaciteit en er konden geen grote sportevenementen worden gehouden. De gemeente heeft lang geworsteld met de vraag waar de sporthal moest komen. Een grote hal past niet bij het middeleeuwse karakter van Ravenstein en natuurlijk wilde ook Herpen een sporthal krijgen. Daarom besluit men om de hal dan maar halverwege in Huisseling te bouwen. Maar dat kan uiteraard ook niet midden in het dorp. Er wordt uitgeweken naar een terrein meer in de buurt van het station. De eerste woningen van de nieuwe woonwijk worden rondom de sporthal gebouwd om te voorkomen dat de hal enkele jaren in een lege omgeving zou staan. De sporthal is de eerste grote hal buiten Oss die in het Maasland wordt gebouwd en heeft 4,5 miljoen gulden gekost.

Architectenbureau Lammers uit Beek en Donk is in de arm genomen om een ontwerp te maken. Het gebouw is 44 meter lang, 28 meter breed en 7 meter hoog en de hal kan in drie gedeelten verdeeld worden. De sporthal werd gebouwd door aannemersbedrijf Jansen uit Oss, op 18 juni 1980 heit burgemeester Bonnier de eerste paal in de grond. Op 18 september 1981 is de officiële opening van het gebouw met een bijbehorend sportveld. Dit sportveld wordt gebruikt als trainingsveld voor VV Ravenstein. In het jaar 2000 strijkt hier Ruitersportvereniging Cadans neer.

naar boven

Edithbrug en station

Houtgravure van de aanleg van de Edithbrug.

In 1871 verwierf Alexander Brogden, lid van het Engelse Lagerhuis en industrieel, voor zijn broer John, die een kolen- en ijzerfirma had, een concessie voor de aanleg van de spoorlijn Tilburg-Nijmegen. Een jaar later werd voor de exploitatie van deze lijn de Nederlandsche Zuidooster Spoorwegmaatschappij opgericht. In juni 1872 startte de bouw van de spoorbrug over de Maas bij Ravenstein. De brug bestond uit vier grote bruggen, met ieder een overspanning van ruim 62 meter en twee voorbruggen van ongeveer 42,5 meter. De brug was een ontwerp van ir. J.J. Muller. Er werd gekozen voor een enkelwandige vakwerkconstructie. Het materiaal was puddelijzer, ook wel welijzer genoemd. In februari 1874 is de brug klaar en krijgt de bijnaam ‘Whiskeybrug’, vanwege de enorme hoeveelheid whiskey dat werd genuttigd tijdens de bouw en de opening van de brug. Het schijnt dat tijdens het openingsfeest de bouwvakkers zich zodanig hebben misdragen en vergrepen aan Ravensteinse vrouwen, dat de marechaussee orde op zaken moest komen stellen. De eigenlijke naam van de brug is ‘Edithbrug’, genoemd naar de dochter van Brogden. Een plaquette met haar beeltenis is in een pijler ingemetseld. Door geldgebrek ging de spoorlijn pas in 1881 open.

De plaquette van Anne Edith Brogden in een pijler van de spoorbrug. Bron: Het Utrechts Archief
Huisseling.nl; De oude spoorbrug
Huisseling.nl; De oude en de nieuwe brug naast elkaar

In 1938 is de huidige brug gebouwd, de oude is toen, vanwege vergaande slijtage, als schroot verkocht aan Japan. De nieuwe brug bestaat uit vier verstijfde staafbogen en een volle wandligger en wordt direct naast de oude brug gebouwd. De pijlers zijn immers al gebouwd voor dubbelspoor. In haar bestaan is deze brug tweemaal vernield wegens oorlogshandelingen. Aan weerszijden van de spoorbrug was een woning. Hierin woonden spoorwegmedewerkers die de spoorbomen dicht moesten draaien wanneer er een trein kwam. Er was toen nog een éénuursdienst. Jo Verhoeven woonde aan de Ravensteinse zijde. Hij moest ook zorgen dat voetgangers de brug veilig over konden als de pont niet voer. In 1980 wordt de spoorlijn tussen Oss en Wijchen verdubbeld. In 1880 werd in Ravenstein een station geopend aan de Zuid-Ooster spoorlijn Tilburg-Nijmegen. Het gebouw werd het type ‘Helvoirt’ genoemd. Het was een laag gebouw met woning en dienstlokalen. In 1898 werd het verbouwd en kreeg het een puntdak en werd het uitgebreid met een aanbouw onder plat dak. Het stationsgebouw zelf stond in Deursen, maar een groot deel van de perrons lag op Huisselings grondgebied. De wetering onder het spoor is namelijk de scheiding. Op 17 april 1881 reed de eerste trein over het spoor. In de jaren ´20 kwamen op het spoor goederentreinen met kolen aan. Die werden gelost voor Schimmel in Reek en voor de melkfabrieken van Ravenstein, Reek en Schaijk. Ook kwamen er treinen met koren voor Meulemans.  Er waren twee sporen voor passagiers en één voor goederentreinen.

Huisseling.nl; Oude station Ravenstein (Bron: De Historie van Over d’n Dam)

Later arriveerden er ook regelmatig goederentreinen met tientallen wagons vol Trabants. Bij het station stonden grote tanks met gas, ten behoeve van het ‘gemeentegas’.
Op het station waren steeds drie mensen werkzaam. Er was een stationschef, een lokettist en iemand die op het perron werkte. In het station was ruimte voor de perrondienst en bediening van de wissels en een ruimte voor de beveiliging en de kaartverkoop. Verder was er een wachtruimte, een bedrijfswoning en een kolenhok voor de grote ronde kachel. De seinen werden toen nog met petroleum verlicht en moesten met de hand bijgevuld worden, daarvoor moest er wel eerst geklommen worden. Een perronkaartje was verplicht en kostte een dubbeltje. Het perron was met een hek afgesloten.
In 1973 wordt het nieuwe stationsgebouw geopend. Het is van de hand van architect C. Douma en wordt het type ‘Beilen’ genoemd, een soort tweekamer bungalow. Het oude station was inmiddels verouderd, verpauperd en voldeed niet meer aan de eisen van de tijd. Besloten wordt om het oude gebouw af te breken zodra het nieuwe pand gereed is.

Huisseling.nl; Twee treinen bij het oude station

Lijst van personeel op het station:
Stationschefs:
H.L.J.C. Paravicini di Capelli, Stationschef vanaf 1 mei 1883
B.D. Kruidenier, Stationschef vanaf 1 september 1902
?? Klamer, Stationschef van 1905 tot 1906
Overig personeel:
Aloysius J. Verzandervoort (1897) surnumerair van 1917 tot 1 november 1917.
Verder is het bekend dat later de heer Van den Hurk uit Schaijk op het station werkte en ook de heer Jo Verhoeven uit Ravenstein. Bert Martens uit Huisseling bediende de seinen en wissels(?) op het station in Berghem.

De NS verlaagt in 1995 de dienstverlening op het station Ravenstein. Zij komt met een éénuursdienst en dreigt met sluiting van het loket. Uiteraard laten we het daar niet bij zitten en er komt een actiecomité genaamd “Stop de NS, Ravenstein trekt aan de noodrem” die strijdt tegen deze plannen. Zij gebruikt de kreet ‘Een ondernemende NS: We gaan er vandoor’ als zinspeling op de slogan van de NS in die tijd. Uiteindelijk komt de halfuursdienst weer terug. In 2003 gaat het loket definitief dicht.

naar boven

Rijksweg 75

De brug in aanbouw op de achtergrond. Op de voorgrond veerpont Jeanne.

In 1973 is aannemersbedrijf Van Lee uit Veghel druk bezig met de aanleg van het ruim tien kilometer lange wegvak tussen Heesch en Ravenstein. De brug over de Maas is dan al enige tijd in aanbouw. Die zal straks het verkeer in de richting van Nijmegen en Ewijk gaan leiden. Het werk is op 13,5 miljoen gulden begroot. Voor de aanleg van de snelweg was heel veel zand nodig. Dat zand werd verkregen door de grond die vrijkwam bij de afgraving van de nieuwe voorhaven in Grave, de Megense Ham en het Hamelspoel in de Hertogswetering bij Overlangel. In het deel dat de Meerkes kruist bleef het zand maar wegzakken en was het een hele klus om de ondergrond te verstevigen. Een dragline kantelde en ligt tot de dag van vandaag nog steeds onder de snelweg bij Huisseling. Diverse pogingen om de dragline te verwijderen mochten niet baten. De aanneemsom voor de brug bedroeg 10.170.000 gulden exclusief BTW. Het Rijk verschafte nog eens voor 7.200.000 gulden aan materiaal. De brug is 34 meter breed en 435 meter lang, heeft twee rijbanen met ieder drie rijstroken (inclusief vluchtstrook) en bovendien aan weerszijden twee rijbanen voor het langzaam verkeer van ieder 3,5 meter breed. Er is drie jaar over gedaan om te bouwen. De Rijksweg R75 vroeg op Ravensteins grondgebied nog eens 60 ha grond, merendeels cultuurgrond. Op zondag 8 juni volgt een kijkdag. Er is gelegenheid om de nieuwe snelweg en de Maasbrug te komen bekijken. Op donderdag 12 juni is in de namiddag de opening van de snelweg en de brug. Minister van Verkeer en Waterstaat Drs. T.E. Westerterp zal de officiële opening verrichten. ’s Avonds is er een speciaal programma waarbij de bewoners kunnen samenkomen op de markt, waarna een optocht door de Landpoortstraat en de nieuwe Veersingel, vuurwerk op de Loswal en een feestavond met boerenkapellen. Naar schatting 2500 mensen zijn op de been om onder de feestelijke klanken van Stadsharmonie OBK, fanfare Sint Hubertus en drumband Dedico die optocht mee te maken.

naar boven

Afscheid nemen van Jeanne

Afscheid van veerpont Jeanne. Toegangskaart laatste vaart.

Als gevolg van de opening van de Maasbrug zal de veerpont uit de vaart gehaald worden. Op 13 juni 1975 nemen Ravenstein, Niftrik en omgeving afscheid van veerpont “Jeanne”, genoemd naar de vrouw van de burgemeester. Het afscheid vangt aan vanaf 10 uur ’s avonds met onder andere een laatste overtocht naar Niftrik, toespraken, een optreden door Drs. P. en afscheid van de veerlieden.

naar boven

AC en VV

Het oude terrein van VV Ravenstein De Wolken, nu bedrijventerrein Langakker. Bron: Parochiearchief Huisseling/Ravenstein

Al in 1982 was er sprake van de vestiging van een AC restaurant in Ravenstein langs de A50. Door allerlei vertragingen kwam dat er maar niet van. In 1985 wordt AC verplicht om toch de grond te kopen. Daardoor kan voor Voetbalvereniging Ravenstein een nieuw sportpark worden aangelegd op Den Ong. Tot nu toe waren de velden over drie locaties verspreid. Op het voormalige terrein van VV Ravenstein aan de Veersingel, genaamd ‘De Wolken’, worden in 1991 voorbereidingen getroffen voor de aanleg van bedrijventerrein Langakker. Het bestemmingsplan eist dat er alleen plaatselijke ambachtelijke bedrijven gevestigd mogen worden. Vroeger was dit grondgebied van Huisseling.

naar boven

Belangengroep A50
In 2008 wordt een belangengroep opgericht Ter Bestrijding van Geluidsoverlast en Luchtverontreiniging A50. Zij houden een bijeenkomst in Huisseling. Wim Duineveld is de aanvoerder. In 2005 is het traject Oss-Eindhoven opengesteld. Dit heeft tot een enorme verkeerstoename geleid. De belangengroep wil dat er maatregelen getroffen gaan worden tegen de geluidsoverlast. In het Dorpsplan van 2005 is vastgesteld dat er een aarden geluidswal moet komen, met bomen en struiken beplant.

naar boven

IJzel
Januari 1979 is een zeer koude maand. Het verkeer ondervindt veel last van ijzel. Pastoor Diels heeft enkele gebeurtenissen uit deze winter opgenomen in het parochiearchief. Hij schrijft dat hij “Ondanks het Siberische weer toch even naar Ravenstein” was geweest. “In de afgelopen week is er in het rustige Huisseling niet veel voorgevallen. Wel waren er enkele kleine ‘incidentjes’, zoals Drikus van Aar, die zich onderweg van de kerk naar huis als een pad op handen en voeten vooruit bewoog en blij was dat hij Nelleke, die thuis was gebleven, weer in de armen kon vallen. Ook was er nog een ‘keujen’ uitgebroken en de ene boer nam hem bij een oor en de andere gaf hem een klets tegen zijn blote ‘flututer’ en zo glijend met z’n drieën moest hij weer het hok in.”

naar boven

Dorpenweg
In december 1983 is eindelijk de Dorpenweg helemaal klaar. Toen is namelijk de doorsteek onder het spoor richting Deursen gereed gekomen. Tot dan toe werd al het verkeer via de Grotestraat en de Stationssingel over het spoor naar de Rector Nuijensweg geleid. In 1962 was al de Dorpenweg richting Haren gereed en in 1965 richting Reek. De spoorwegonderdoorgang was in 1981 al klaar. De dorpen in het Maasland zijn vanaf nu eindelijk goed ontsloten en de gevaarlijke spoorwegovergang bij de tennisbanen is gelukkig verleden tijd. De nieuwe ‘dodenkruising’ met de Schaafdries en de Mgr. Zwijsenstraat zorgt wel voor een gevaarlijke oversteek. Er komt veel protest van ouders uit Huisseling. Namens de verontruste ouders overhandigt Gerda Heinemann een petitie aan gedeputeerde De Geus. De overheden lijken zich niet druk te maken. Na enkele jaren blijkt de kruising toch echt wel gevaarlijk en komt er een rotonde.

naar boven

Aanleg riolering

Aanleg riolering in de Hamstraat. Bron: Familie Wattenberg-van Dijk

De aanleg van de riolering wordt begin jaren 1980 uitgevoerd door A. van den Hooven uit Reek. Heel Huisseling lag toen ruim een half jaar op z’n kop. Voorheen werd geloosd op sloten en putten. De hele ombouw bracht wel veel gezelligheid met zich mee. We herinneren dat de werknemers bij enkele inwoners aan de keukentafel regelmatig (erwten-)soep kwamen eten en dat er Sinterklaasschuimpjes aan hen werden uitgedeeld. De rijdende winkel van SRV-man Tini Vissers kwam vast te zitten en met veel moeite uit het losse zand getakeld. Al dat zand was voor de kinderen natuurlijk één grote zandbak en er werd dan ook volop in gespeeld.

Aanleg riolering in de Hamstraat. Bron: Familie Wattenberg-van Dijk
Aanleg riolering in de Burg. van de Wielstraat. Claudia en Herald Wattenberg spelen in het zand. Bron: Familie Wattenberg-van Dijk
Aanleg innovatieve riolering 2003 in de Grotestraat.

In maart 2003 wordt in de Grotestraat en in de Hamstraat wederom druk gewerkt aan de riolering. Er komt een proefproject met gescheiden afvoer voor regenwater en rioolwater, genaamd ‘innovatieve riolering’. Ook de overstort in de Kolkse Wetering is vanaf nu zo goed als verleden tijd. Het is een nieuw systeem dat op den duur overal zal worden toegepast.

Aanleg innovatieve riolering 2003 in de Grotestraat (overstort Kolkse Wetering).

naar boven

Zandwinning Nee!
Vanaf 1990 wordt er gesproken over mogelijke ontzanding in het gebied tussen Deursen-Dennenburg, Demen en Neerlangel. Er zou een waterplas van 130 hectare komen en de bereikbaarheid en de leefbaarheid van de kleine kernen ontzettend aantasten. Een actiegroep wordt opgericht. Zij gaat samenwerken met actiegroepen in andere plaatsen langs de Maas waar mogelijke ontzanding aan de orde is. Men is bang voor verzakkingen, vochtproblemen en het uit elkaar trekken van de samenhang tussen de dorpskernen. Door alle verzet is uiteindelijk besloten af te zien van de ontzanding in ons gebied.

naar boven

Het Ground Zero van Huisseling
In juli 2002 wordt het populierenbos van Henri Elemans gekapt. De bomen waren al lang slecht vanwege een slechte groei en enkele flinke stormen. Hiervoor in de plaats wordt een natuurgebied ‘De Lange Del’ aangelegd, onder leiding van de ‘Stichting Landschapsbeheer Oss’. De kaalslag laat een grote ravage achter en het terrein wordt gekscherend ‘Het Ground Zero van Huisseling’ genoemd.

De Roesterd in Huisseling na de kaalslag in 2002.
De Roesterd in Huisseling na de kaalslag in 2002.
Het informatiebord bij de ingang van het natuurgebied aan de Lange Del.

naar boven

Straatnamen van Huisseling
Baxenbosstraat
Voorheen Weegkamp. Bij de laatste uitbreidingen in wijk De Weem heeft de laatste weg de naam Weegkamp gekregen. Deze weg lag zeer dichtbij de polderweg met dezelfde naam. In de praktijk bleek dit problemen te geven, doordat mensen via Huisseling over de polderweg Weegkamp naar De Weem wilden rijden, maar deze wegen zijn slechts met een fietspad met elkaar verbonden. Aan het einde van de polderweg met de naam Weegkamp ligt een perceel met de toponiem De Baksenbos. Tijdens de aanleg van het spoor rond 1880 werden vele percelen land doorsneden en bleven er soms onwerkbare hoeken over die met bos werden beplant. In de 17e eeuw was dit bewust stuk land in eigendom van Wilm Wilms Bax. De straatnamencommissie heeft destijds in 2000 vastgesteld de naam van de polderweg te wijzigen in Baxenbosstraat (Zie ook Weegkamp).

Beemdenweg
De Beemdenweg heette vroeger Broeksteeg. Een broek = een laag nat gebied. Een beemd = vlak waterrijk land, in het bijzonder weiland.

De Beers
Gedurende vele eeuwen hebben de bewoners van de Maaskant van Beers ten westen van Cuijk tot ’s-Hertogenbosch jaarlijks, vooral in de winter en het vroege voorjaar, overlast gehad van overstromingen. De Beerse Maas was de oorzaak van deze overstromingen. Wanneer de grillige loop van de Maas in die tijden het vele smelt- en regenwater niet kon verwerken, kwam het water bij Beers de dijk over. Daar was deze vele meters lang laag gehouden, met de bedoeling elders vooral in Gelderland dijkdoorbraken te voorkomen. Deze situatie bestond al sinds 1472. Het gevolg was dat het overtollige water zijn weg zocht door de polders tussen Beers en s’-Hertogenbosch. De grote watersnoodramp van 1925/1926 in het Land van Maas en Waal was de definitieve aanleiding de Beerse Overlaet te stoppen. De plannen voor de maatregelen werden ontworpen door dr.ir. C.W. Lely, zoon van de afsluiter van de Zuiderzee. Door verbetering van de dijken, door kanalisatie en bochtencorrecties in de rivierloop. Kreeg men de rivier onder controle. Door de bouw van een stuw te Lith (1936) en dijkverhoging bij Beers (1942) was de Maaskant van de wateroverlast bevrijd.

Bendelaar
Ruilverkavelingsweg, genoemd naar de veldnaam. Een aantal weiden bij elkaar. Bendelen = omwinden van kabels en touw. Laar = open plek in het bos (Middeleeuws). De Geenzers en Het Kupsel heten in het Protocollum van Beswaer over de V Maesdorpen dat uit de 18e eeuw dateert, de Kupselaers en Heeren Genselaers. De oude vorm is nog bewaard gebleven in de straatnaam De Genzelaarssteeg (zie Beving). Langs de Deursense grens ligt ook de Luisters (’t Luysenaar en de ’t Luyselaar).
Uit: J. Elemans, 1958.

Beving
Voorheen Genzelaarsteeg. De naam komt van een veldnaam. Een ing is de oudste aanduiding voor weiland. Terug te brengen tussen de Romeinse en Karolingische tijd. Zie ook Den Ong, De Midding, Eng, Lemzinge, Rulling; oude veldnamen in dit gebied en de plaatsnaam Huisseling.
Uit: J. Elemans, 1958.

Blauwe Kei
Eertijds een gedeelte van de –oude- Graafsestraat (zie Graafsestraat).

Boschakker
Genoemd naar veldnaam. Dit land lag ongeveer evenwijdig aan de Huisselingse Dam, ter hoogte van de huidige Erfsestraat en het achterliggende land van industrieterrien De Bulk.

Bulk
Genoemd naar een veldnaam. In de traverse van de oude Maasloop en de Beerse Overlaet. De ‘blokken’ of ‘bulken’ (volgens Vlaamse onderzoekers ‘beloken’ of ‘omheinde stukken land’), werden door Edelman vooral aangetroffen in de Bommelerwaard, waar ze betrekking hadden op Middeleeuws grasland.
In het archief van de Drost van het Land van Ravenstein bevind zich een tekening van de Hertogswetering, waarop aangegeven staat: “Eenen dam in de straat ende in den Bullincksen Graeff en eenen dam tussche den Bullinck ende den Dijck”. Het 18e eeuwse Chynsboek van de 5 Maesdorpen vermeldt in Dennenburg nog ’t Kerkenbulxken. De Bulk zou ook genoemd kunnen zijn naar het bezit van ene Wouter Bulckens, die in 1711 een ‘bosjen’ had, niet ver van de huidige Ganzenweg.
Uit: J. Elemans, 1958, aanvullingen J.A.

De twee straten op bedrijventerrein De Bulk zijn De Heinen en De Hammen

Burgemeester Van de Wielstraat
Voorheen heette deze straat ook Hamstraat, Schoolstraat en Den Hoge Weg. Het stukje bij de kerk heette “Kerkehoek”. Albertus van de Wiel werd op 2 juni 1860 te Huisseling geboren. Hij was de laatste burgemeester van de gemeente Huisseling-Neerloon. De familie van de Wiel was al meerdere generaties een vooraanstaande familie in Huisseling, die baantjes als leraar/lerares, koster of organist bedienden. Eerder al was Albertus secretaris en ambtenaar van de burgelijke stand.Van de Wiel was tevens één van de oprichters van de Huisselingse afdeling van de N.C.B., medeoprichter van de Boerenleenbank en directeur van de brandassurantie, die later is gewijzigd in ‘Interpolis N.V.’ en daarnaast was hij ook lid van de Provinciale Staten. Hij overleed op 22 april 1924 (63 jaar oud) te Huisseling en ligt begraven op het R.K. kerkhof aldaar.

Contre Escarpe
De buitengrachtse oever. Deze lag eertijds op Huisselings grondgebied. Het gedeelte ter hoogte van de Landpoortstraat werd dan in de volksmond ook “Konterscherp” genoemd. Ook de Stationssingel heette vroeger Contre Escarpe. Beiden waren in het bezit van de familie Van Claarenbeek.
Een Escarpe is een Italiaans woord voor grondtalud (Scarpa = schoen of schoeiing). Binnengrachts was de Escarpe. Een Contre Escarpe ligt aan de buitenzijde van de gracht aan “vijandszijde”.

Daalderstraatje
Voorheen het Daaldersteegje, knikte ter hoogte van de huidige snelweg rechtsaf (i.p.v. links!) en kwam toen uit op de Meersteeg (zie Meerstraat). De straat is genoemd naar een akkercomplex, waar nu de snelweg en de carpoolplaats is. Vroeger heetten de Daalders de ‘Daalden’. Het Daalderstraatje ligt nu grotendeels door akkergebied ‘Den Ubberik’.
Uit: J. Elemans, 1958.

Den Dam
De Huisselingse Dam, oftewel de Huisselingse Kade, werd in 1804 aangelegd om het water van de Beersche Overlaet te keren. Eerder was er al de Huisselingse Weteringwal. De dam begon bij Overlangel en ging in de polder over in de Deursensche Kade. Ter hoogte van deze straatnaam (Den Dam) stond overzetcafé De Hut. Dat werd later verbouwd en staat er nog steeds. Het is het huis met de witte verdieping. Na het keren van de Beersche Overlaet werd de Huisselingse Dam afgebroken.

Sportdag van de RKJB in 1945 met de Dam als tribune voor de toeschouwers

Dorskamp
De etymologie van Den Dorskamp is onzeker. Blijkens de plaatsnaam Deursen (vroeger Dornen), is Ravenstein en omstreken niet altijd vrij geweest van de ‘suizende’ “r”. Dorskamp zou dus uit Dornkamp ontstaan kunnen zijn (Doornenkamp, Deursenkamp?). Deursen, Deurne, Dornen = Een ‘duer’ is is een hogergelegen strookje grond (stroomrug) in een rivierbedding of iets dergelijks. Een kamp = vroeger waarschijnlijk de benaming geweest van de onontgonnen wildernis om de engste dorpsgrenzen heen, voor de ‘wastine’ of ‘wildert’ in de uitgiftebrief de “Heyde en vennen des dorps Huysseling” genoemd. Vroeger: Open land, zoals veld (omheind perceel). Akkergrond op de scheiding tussen het nabijgelegen bouwlandcentrum en het afgelegen veld.
Uit: J. Elemans, 1958.
Dors, dorsen = graankorrels uit de aren slaan.

Dortestraat
Eertijds was er sprake van ‘die Oortsteeg’ (Beswaerprotocollum). Daar kwam ook “die Oorte” ter sprake, een gebied nabij die straat dat bovendien wel als “’t Costverloren” werd aangeduid. Beide namen zijn uit de levende taal verdwenen.
Uit: J. Elemans, 1958.
Ook ‘De weg naar Orthen’ (’s-Hertogenbosch) werd door iemand opgemerkt, maar de Huisselingse polder was doodlopend. Later heette het de Dortesteeg en vormde het de grens met Herpen, toen het zich nog uitstrekte tot de Varkenssteeg (zie Meerstraat) en wel bij het ‘Wetsmeer’. Het heeft ook nog tijdelijk (zo’n 20 jaren) in verbinding gestaan met de straat De Ringelenburg. Een gedeelte van de Dortestraat heette toen Heuveleindstraat.

Erfsestraat
Zie ook Nieuwe Erfsestraat.
Afkomstig van akkerpercelen “Erfsen Hof”. Heette in de 16e eeuw “Erwen” en is gelegen nabij “die Erwische Strate”. In jongere archiefstukken ook wel de Groene Straat genoemd. Nu heet het viaduct in de Hamstraat de “Erwenpas”. De Erfsestraat is het brede stuk (de autoweg) en de Nieuwe Erfsestraat de naastgelegen ventweg.
Meerdere oude veldnamen met Hof in Huisseling zijn b.v. Steenshof, de Koolhof, de Heuf, Lamoemen Hof, Schalken Hof, Ceelen Hof, etc.

Gansheuvel
Genoemd naar veldnaam/boerderij. De boerderij aan de Hoekstraat heet ook “De Gansheuvel”, maar dat komt van “Den Ganzenheuvel”. Aangenomen wordt, dat het vroeger een hofstad is geweest. Dit gebied ligt wat hoger dan zijn omgeving en hierop werd vaak het vee in veiligheid gebracht. Aan de Hoekstraat/De Lange Del bevind zich nog steeds een witterschap (= drinkplaats voor vee). Dit witterschap is nu nog te zien vanaf het speeltuintje bij ’t Kromland.

Boerderij De Gansheuvel waar de straat naar vernoemd is

Ganzenweg
Genoemd naar akkercomplex/weidegebied “De Ganzenwei”, dat tussen De Daalders (zie Daalderstraatje) en Erfsen Hof (zie Erfsestraat) in ligt. De Gasunie N.V. bevind zich met de hoofdingang aan deze straat. Daar stond vroeger een boerderijtje van de familie Spanjers, waarin zich een café bevond. Bij dit boerderijtje stond de grenspaal tussen Huisseling, Neerloon en Overlangel.

Graafsestraat
Deze straat is aangelegd in 1750 en sindsdien zo genoemd als “Die wech nae die Graeff”. De Graafsestraat liep door tot aan de dijk bij Overlangel, maar sinds de aanleg van de snelweg A-50, is deze weg in vieren gedeeld en heet het stuk in Overlangel Oude Graafsestraat (Zie Oude Graafsestraat en Blauwe Kei).

Grotestraat
Voorname brede toegangsweg naar Ravenstein. Eertijds heette de Loonsestraat tussen Neerloon en Overlangel ook Grotestraat. De Grotestraat was al vroeg een belangrijke weg, omdat daar vroeger (ter hoogte van nr. 32) de oude Huisselingse kerk heeft gestaan. Namen als ’t Kruisstuk en “De Weem” herinneren ons er nog aan. De Grotestraat is onder te verdelen in meerdere stukken. Het begint met de nummering in Ravenstein. Laten we daar dan ook beginnen. Vanaf de Landpoortstraat tot aan de Ravenshoeve heette eertijds ’t Konterscherp, maar viel wel onder Grotestraat. Tegenwoordig heet dit stuk Mgr. Zwijsenstraat i.v.m. een wijziging in het stratenplan.
Het gedeelte tussen de Saksenweg en de Dorpenweg is nu Ravenstein. Eertijds viel dit gedeelte ook onder Huisseling en liep de weg door tot aan de Meerstraat, via het erf van de boerderij van de gebr. Van den Bergh. Het heette toen de Hoogstraat, later Den Hoge weg. In de jaren 1980 werd de Dorpenweg in westelijke richting (naar Deursen) doorgetrokken. Daardoor werd de kruising in de Grotestraat afgesloten en kwam er een nieuwe kruising op de Dorpenweg met de Schaafdries en Mgr. Zwijsenstraat.
Tussen de Meerstraat en Grotestraat 54 was toen nog helemaal niets. Dit was het stroomgebied van de Meerkes (zie Meerstraat) en de Lange Del was de doorgaande weg van Huisseling naar Ravenstein. Later werd hier wel een fietsdijkje aangelegd aan de achterzijde van de tuinen met de oneven nummers. Dit dijkje werd Bruijckdijk, Broekdijk of Brugdijk genoemd. De Broekdijk of Brugdijk werd later verlegd en verbreed en doorsneed de oude weilanden en akkers. Het gedeelte tussen Grotestraat 54 en de Hamstraat heette ’t Streepestraatje, dat tussen Hamstraat nrs. 4 en 6, doorliep in de richting van De Ringelenburg.

De Hammen
De Hamme was één van de grootste en hoogste akkercomplexen van Huisseling. Hierin lagen onder andere de Lange Ham, Grietjes Ham, ’t Hamke, en de Erwer Ham. Een ham is eigenlijk een stuk land in de kromming van een waterloop (een fjord). Het ligt immers pal aan de Meerkes. In Grave heb je ook een hammengebied. Kijk maar naar de Hampoort, Hamstraat en Sportcentrum “Op den Ham”. Het watertje dat er doorheen stroomt heet De Raam en in Huisseling heette een veld in de Meerkes toevallig ook De Raam.
Uit: J. Elemans, 1958.

Hamstraat
Zie De Hammen voor naamsverklaring. Voorheen ook Den Hoge Weg en Herpensestraat genoemd.

De Heinen
De grond waar deze weg op ligt behoorde toe aan de Huisselingse familie Elemans. Een veelvoorkomende naam in deze familie is Hein of Hendricus. Zie de boerderij Heinenhof in de Grotestraat.

Heuveleindstraat
Genoemd naar buurtschap ’t Heuveleind dat hier vroeger was, gelegen rondom De Ringelenburg. Ook nu is nog te zien dat hier ineens meerdere huizen bijeenstaan. Het gebied ligt vrij hoog, wat aan de omliggende akkers en weiden goed te zien is. Waarschijnlijk al zeer vroeg bewoond. De straat heette vroeger ook Heuvelsteeg en Schutsboomstraat. Aan deze straat werd door het gilde op de schutsboom geschoten.

Hoekstraat
Naar alle waarschijnlijkheid naar de hoekige bocht in deze straat???

Hogegraaf
Genoemd naar een veldnaam. De Hoge Graaf was een akker op het Hongerveld, aan de Noordzijde begrensd door de “Lage Graaf”, aan het westen door de Dorskamp en ten oosten door de Roestert. Er was ook een Bullincksen Graef. Graaf = zie Graftstraat (Neerloon). Een graft is een gracht of een walletje, opgeworpen ter bestrijding van erosie en daarom begroeid met struikgewas.

Hongerveldstraat
Straat naar ’t Hongerveld (weide- en akkercomplex). Honger wordt in verband gebracht met honger = armoe; Honger = Hongaar = zigeuner; honger = hunger = unger = unjer = onkruid. Het onkruid “de Paardestaart”.
Uit: J. Elemans, 1958.

’t Kolkske
Genoemd naar een veldnaam/plas, nabij de wetering “De Kolk”. De Kolkse Wetering stroomt vanuit de Molengracht in Ravenstein achter de Mgr. Borretlaan en de gemeentewerf door. Bij ’t Kolkske vertakt deze wetering zich. Eén deel van De Kolkse Wetering loopt vandaaruit langs de Burg. van de Wielstraat en de Schaafdries richting het station en gaat onder het perron door naar Deursen toe. Het andere deel loopt langs de Roesterd, Lange Del, Meerstraat en dan onder de snelweg door. Later werd een nieuwe wetering vanuit de Huisselingse polder, lopende achterlangs de Hogegraaf en de Burg. van de Wielstraat aan deze wetering toegevoegd. De tak vanaf de gracht diende voor de uitstroom van grachtwater. Huisseling werd tot in de 20e eeuw nog verdeeld in “Deze of gene zijde van het bruggetje in de Kolkse Wetering” (in de Grotestraat).

Kromland
Genoemd naar een veldnaam. ’t Kromland is een samengesteld woord uit “’t Crom Laent”. Het was een heel smal strookje land met een kromme bocht erin, ter hoogte van de Gansheuvel, liggend tussen “De Verver” en het “Kruisstuk” in. Een verloren hoekje land dus, waarschijnlijk ergens van overgebleven, wellicht een oud waterloopje.

Kupsel
Genoemd naar een veldnaam. In de 18e eeuw “De Kupselaer” geheten. Een laar is een open plek in het bos, middeleeuws (zie Bendelaar). Volgens Van Dale een omhulsel, doosvrucht, houtafval.

Lamoenenhof
Veldnaam genoemd naar de familie Lamoen die hier een boerderij had. De boerderij heeft nog jaren als een bouwval op het terrein van De Ravo/Paul Klarenbeek gestaan, tot het met de komst van het nieuwe multifunctionele centrum De Ravengaarde werd afgebroken. Even werd nog de mogelijkheid bedacht deze boerderij voor een symbolisch bedrag te verkopen, helaas is dat niet gebeurd.
Een lamoen is een disselboom met twee armen, waartussen een paard of ander trekdier ingespannen wordt. Het gedeelte van de wagen waaraan de berrie wordt bevestigd. Een berrie is dan weer een draagbaar; een houten raam over een hooiwagen gelegd om het hooi breder te kunnen laden, een hooiraam; lamoen!

Langakker
Een stel (7 ongeveer) langgerekte smalle akkers, van noord naar zuid liggend. Ter plaatse waar het bedrijventerrein en snelweg A-50 nu ligt.

De Lange Del
De Lange Del of zoals hier in de volksmond wordt genoemd Lange Deel, is een onderdeel van een oude Maasarm. Een del is een nat gebied. Het is ontstaan vanuit de Hertogswetering, die bij de Hamelspoel brak en er een muy (kolk) ontstond. Het water stroomde van daaruit richting Huisseling (De Meerkes/De Roesterd). Achtereenvolgens heten de natte gebieden Dellen, dan Broeken of Goren en daarna Rijten. De Lange Del is de oudste verbindingsweg tussen Huisseling en Ravenstein (Zie ook Broekstraat, Meerstraat, De Rijt en Roesterd).
Volgens Van Dale: Komvormige laagte, kuil of gat in de weg, lage slootkant die 1x per jaar moet worden opgehaald.

Mooi plaatje van de Lange Del

Meerstraat
Genoemd naar een oude Maasarm/veldnaam. De Meeren is een langgerekt en smal gebied, dat dwars door Huisseling loopt. In vroeger tijden scheidde het zelfs het dorp in “Deze of gene zijde”. De Meren is een oude Maasbedding. De Maas kronkelde in vroeger eeuwen op diverse manieren door het landschap. Het ontstond aan de Hertogswetering (De Hamspoel). Aan de Hertogstraat lag vroeger nog het “Muygat”, dat een oude kolk was van een doorbraak bij de wetering. Het water stroomde dan via de Bulk, langs de Hammen, de Ramen, de Roesterden en de Kolk richting Deursen en Ravenstein. Aan weerszijden van de Meeren was het grondgebied aanmerkelijk hoger (denk maar aan de plaats van de kerk en boerderij “’t Hoogakker”). De Meerstraat heette vroeger Meersteech en liep door in de richting Herpen, dan Varkenssteeg heette en uitkwam bij Den Dam. Daar achter lag vroeger ook nog het “Kosterijstraatje”.

Middingstraat
De benaming slaat terug op de oude veldnaam “De Midding”. Het vroegere drieslagstelsel lag hieraan te grondslag. Dit stelsel was bedoeld om uitputting van de grond te voorkomen en wel als volgt: Van een te bebouwen oppervlak werd 1/3 deel gebruikt voor zomergraan, 1/3 deel voor wintergraan en 1/3 deel bleef braak. Het jaar daarop schoof de bebouwing op. Om de drie jaren lag dan 1/3 deel braak. De onderscheiden delen werden genoemd Voor-ing, middel-ing en achter-ing. De Midding, die in 1709 nog als Middel-ing werd aangeduid, is kennelijk een der drie slagen geweest van een groter complex waarop vroeger het drieslagstelsel in praktijk is gebracht. De veldnamen vooring en achtering zijn verloren gegaan. Tegenwoordig houdt de straatnaam de gedachte aan het vroegere drieslagstelsel nog in leven. De ingnamen stammen uit een tijd gelegen tussen de Romeinse en Karolingische perioden en zijn dus 1100-1500 jaar oud. Een groot deel van de Middingstraat heet nu Dr. Sluijtersweg (Zie Beving).

Muizenbergpad
Ter hoogte van de Heuveleindstraat en de Beving, had je vroeger het veld Den Muizenberg liggen (tegenwoordig staat daar de boerderij van de fam. Kocken). Waar destijds het Woordstraatje, dat toen helemaal doorliep naar de Genzelaarsteeg (nu Beving) uitkwam op de Heuveleindstraat, lag een bruggetje, dat Muizenbergse Vonder werd genoemd.

Den Ong
Den Ong komt van een veldnaam en Ong komt weer van het woord ing, dat weide betekent (Zie Beving).

Ossendonk
Genoemd naar een veldnaam.
Een donk is een opwelving van de diepere ondergrond van het rivierkleigebied, een zandige opduiking uit de pleistocene- of oud-holocene periode.
Zie ‘Keen’ (Keent), ‘Duer’ (Deursen/Deurne), Maasdonk, Haren, Huisseling (donkdorpen), de Woorden bij Huisseling, etc.
Waarschijnlijk was dit de plaats waar de ossen en runderen werden bijeengebracht, wanneer er veel regen en water in aantocht was. Rondom de Ossendonk liggen enkele weteringen.

Philipsenstraat
Genoemd naar Augustus Petrus Philipsen (=Flipsen), geboren te Tiel op 19 mei 1854 en gestorven op 9 mei 1929. Hij is hier jarenlang huisarts is geweest in Ravenstein, Huisseling, Herpen en de wijde omgeving, zelfs over de Maas. Hij kwam uit Tiel en begon zijn praktijk in het opkamertje van de boerderij van De Vocht aan de Grotestraat (nu Tiny Princen). Later bouwde hij het grote huis op de hoek Contre Escarpe en de Mgr. Zwijsenstraat, waar eertijds een boerderij stond. Nu is het huis in bezit van dokter Keulers. Dr. Philipsen woonde daar met zijn zus, beiden vrijgezel. Van oorsprong was de aanbouw van het pand korter en zat aan de andere zijde een serre. Dr. Philipsen ligt begraven op het kerkhof van Huisseling.

De Ringelenburg
Naar jachtslot ‘De Ringelenburg’ genoemd dat eertijds aan deze straat stond (zie hoofdstuk Geschiedenis -> Huize Ringelenburg).

Roesterd
De Roesterd, met een d aan het eind, werd eertijds als roestert met een t aan het eind gespeld. Roesterde = roestaarde. Het is genoemd naar een veldnaam de Roestert, gelegen in het gebied van de Meerkes en deel uitmakend van een groter gebied “De Roesterden”. Veld De Roestert is nu nog gelegen ten noorden van de Lange Del en is nu een paar jaar geleden heringericht tot natuurgebied. Het aangrenzende “De Ramen” is in 2005 ook hierbij betrokken.

Schaafdries
Dries = braakliggende akker, weide; Schaffen = bezorgen, opleveren; Schaft = slacht. In Huisseling nauwelijks voorkomende soort land: de dries. In Deursen was nog het Drieske en de Valendries. Op de Schaafdries stond vroeger de Huisselingse kerk met daaromheen het eigenlijke dorp (zie De Weem/Weemse Hof). In 1621 moest i.v.m. het aanleggen van de Ravensteinse vestingwerken, de kerk op de “Schaffdries en 29 huijs” (het gehele dorp) gesloopt worden. Dit heeft echter nog heel wat voeten in de aarde gehad.

Dokter Sluijtersweg
Dr. Antonius Hermanus Maria Jacobus Gerardus Sluijters is geboren te Oosterhout (NB) op 25 augustus 1894. In 1925 vestigde hij zich als arts aan de Grotestraat 15 in Huisseling (later op nr. 18) en volgde Dr. Philipsen op. Ten behoeve van de inwoners van deze gemeente en omliggende dorpen, zelfs aan de andere kant van de Maas heeft Dr. Sluijters zeer belangrijk werk verricht. In dit gedeelte van de lage Maaskant bestond vooral in de vooroorlogse jaren een zeer grote achterstand op het gebied van de medische en hygiënische verzorging. Dr. Sluijters heeft dan ook zeer veel weerstanden moeten overwinnen om de bevolking met deze verzorging vertrouwd te maken. Hij was gemeentearts van Ravenstein, Batenburg en tot 1942 ook van Schaijk. Hij overleed op —?— te Oss.

Veersingel
De Veersingel loopt vanaf de Dorpenweg rondom de wijk de Veerkamp en sluit aan op de Maasdijk. Ongeveer op die plek waar de Veersingel op de dijk aansluit, lag het vroegere veer, het pontje “Jeanne” naar Niftrik. Het gebied werd al van oudsher ’t Veer of de Veerkamp genoemd.

Visserspaadje
Dit fiets-/wandelpad evenwijdig aan de Dorpenweg, is door bewoners van Huisseling niet officieel genoemd naar de voormalige directeur van de lagere school De Bogaard, Dhr. W. Vissers, die aan het eind van het pad zijn woning heeft.

Voskamp
/

Weegkamp
Genoemd naar een veldnaam. De Weegkamp dankt zijn naam waarschijnlijk aan het feit dat bezitters van percelen uit het daarachter liggende Hongerveld over dit terrein al eeuwen zijn geweegd: het recht van uitweg hebben. Een weeg is dialect voor een weg.
(Uit: J. Elemans, aantekeningen, 1958).

Weegstraatje
Zie Weegkamp.

Weemsehof
De Weemsehof ligt in de wijk De Weem. Een Weem is een naam voor erven, die waren gelegen rond een kerk en gebruikt werden voor kerkhof, pastorie, tuin en boerderij. De benaming komt vooral voor in het Noord-Oosten van Nederland. Een gedeelte van wijk De Weem is indirect gelegen rondom de in 1621 gesloopte Huisselingse kerk ter hoogte van de kruising Dorpenweg/Grotestraat.

Woordstraat
Voorheen Kerkstraat genoemd (tot aan de Hongerveldstraat en gedeelte Heuveleindstraat tot aan De Ringelenburg). Genoemd naar het gebied de Woorden. Een hooggelegen akkergebied, tussen Het Heuveleind en Het Hongerveld in. Een woord (waard/woerd) is een aan een rivier gelegen stuk land. Een hoog gelegen stuk grond, een soort donk. Huisseling is een donkdorp, zoals Haren bijvoorbeeld. Het Woordstraatje liep vroeger door en kwam ongeveer uit waar nu het Muizenbergpad begint. Hier was een bruggetje, de Muizenbergse Vonder, alwaar men op de “Genzelaarsteeg” uitkwam.

De Verver
Genoemd naar een veldnaam. Een heel oud stuk grasland geweest zijnde. In de 16e eeuw werd het “den Vergart” genoemd en ook de benaming “Ververgaert”, ben ik tegengekomen (J.A.).
Een vergt of vergart is een omheind perceel, een gaarde. In Huisseling had je in de 19e en 20e eeuw nog steeds veel boomgaarden, blijkens de oude kaarten.
(Uit: J. Elemans, 1958).

naar boven

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.